Deze beroemde uitspraak uit het toneelstuk ‘Romeo en Julia’ geschreven door Shakespeare is zeker toepasselijk voor deze ibissoort die sinds 2019 haar plekje heeft gevonden in de Bush.
Madagaskar ibis, manenibis of Madagaskar kuifibis zijn Nederlandse benamingen voor deze vogel. Als we naar de Engelse benamingen kijken, wordt het al niet veel beter. Madagscar crested ibis, white-winged ibis of crested wood ibis zijn enkele Engelse namen voor één en dezelfde vogel. Op zo’n moment is het zo fijn dat dieren ook een wetenschappelijke benaming hebben. Sinds mei 2019 vliegt de Lophotibis cristata rond in de Bush. Maar om welke vogel gaat het nu eigenlijk?
Het gaat dus om een ibissoort, die oorspronkelijk alleen voorkomt op Madagaskar. Deze vogels hebben, naast de kenmerkende lange, kromme snavel van een ibis, een mooie kuif. De kop is gedeeltelijk kaal met een kuif van glanzend groene en blauwe veren. De witte veren in de nek zijn kenmerkend voor de ondersoort cristata. We hebben ervoor gekozen om het dier hier Madagaskar kuifibis te noemen. Overigens komen er op Madagaskar nog twee andere ibissoorten voor namelijk Threskiornis bernieri (Madagaskar ibis) en Plegadis falcinellus (zwarte ibis).
De Madagaskar kuifibis is een echte regenwoudbewoner! Het regenwoud is helaas ook in Madagaskar aan het verdwijnen, waardoor het leefgebied van deze vogels steeds kleiner wordt.
Er zit behoorlijk wat vlees aan deze vogelsoort, die een van de grootste vogelsoorten van Madagaskar is. Dat is de reden dat deze dieren bejaagd worden. De Madagaskar kuifibis heeft vanwege al deze moeilijke omstandigheden de status ‘Near Threatened’ van de IUCN gekregen.
De vogels scharrelen graag rond op de grond op zoek naar voedsel, maar zijn nest maakt het dier hoog in de boom. Zo ook in de Bush, waar ze vrijwel direct na aankomst begonnen met zoeken naar nestmateriaal en het bouwen van een nest. Verschillende locaties werden geprobeerd, maar helaas in het begin nog zonder succes, zoals bij die keer dat de kroonduiven het nest van de ibissen opeisten. Stoïcijns bleven ze echter op zoek naar nestmateriaal en naar een goede nestplek.
Uiteindelijk bleek de eerst gekozen plek voor het nest het meest succesvol: hoog boven het pad tegenover de waterval.
Op 19 mei 2020 werd een eischaal gevonden, terwijl de dieren nog wel op het nest zaten. Dit was een indicatie dat er een jong was. Aangezien het nest heel hoog zat, konden we niet goed zien om hoeveel dieren het ging. Het leek erop dat er twee kuikens waren, wel met een behoorlijke verschil in grootte. Uiteindelijk is er één jonge ibis vanaf deze hoge plek veilig neergedaald en scharrelt het jong nu rond met zijn ouders. De eerste succesvolle kweek van deze soort in de Nederlandse dierentuinen! Het kuiken geven we geen eigen naam want zoals gezegd: what’s in a name?